Onze beschermheer

BrahmaRishi Vishvatma Bawra Ji Maharaj (Guruji), is dé inspiratie achter stichting BRGRS. Guruji was een eerwaardige filosoof, een grote yogi en een voortreffelijke spirituele leider. Zijn leringen vormen de basis van de stichting en zijn missie is de onze. Wij zijn er trots op dat we hem onze Guru kunnen noemen en hopen u een zo volledig mogelijk beeld te geven van zijn uitzonderlijke persoonlijkheid door het vertellen van zijn levensverhaal.

Onze Beschermheer: Brahma Rishi Vishvatma Bawra Ji Maharaj

Geboorte en jeugd

Op 11 januari 1934 middennacht (krishna paksha naumie tithi om 02.25uur) werd Guruji geboren in Kaawal. Kaawal, een dorp in Gyanpur, ligt vlak bij Varanasi; de grote stad van spirituele kennis, gelegen aan de oever van de heilige rivier Gangaa.

Tijdens de geboorte van Guruji verscheen er, in de pikdonkere nacht, een lichtflits die een vreemd licht verspreidde in het dorp. De familie Bhatt, een nobele en geleerde Brahman gezin, werd die nacht gezegend met hun vijfde kind. De naam die hem werd gegeven was Chandravali Bhatt.

Als de jongste van de vijf kinderen kreeg Guruji alle comfort en zorg die een kind kan krijgen van zijn ouders. De affectie van zijn vader, Pandit Dev Sunder Bhatt, en de liefde van zijn moeder, Shrimati Sumitra ji, brachten een grote kracht in hem. Betreurenswaardig, overleed zijn moeder toen hij pas tien maanden oud was. De zus van zijn vader, Bhaktimati Balira, bracht hem groot en voedde hem tot zijn vijfde jaar met niets anders dan melk.  

Toen hij vier jaar oud was kreeg Guruji een ernstige vorm van het pokkenvirus, waardoor hij begon te lijden aan geheugenverlies. Op elfjarige leeftijd kreeg hij zijn geheugen terug en begon zich sindsdien meer en meer te uiten in dichtkunst. Als jonge dichter kreeg hij veel bewondering en vooral zijn gedicht ‘Hanuman Paij’ raakte velen die het hoorde diep in het hart. Wat betreft zijn educatie, vluchtte hij van school en heeft hij in zijn jeugd geen formele opleiding gehad.

Huwelijk en onthechtheid
Guruji trouwde op 13-jarige leeftijd. Hij omarmde het huwelijksleven, totdat een wonderbaarlijk incident zijn leven veranderde. Op 11 juni 1953, toen Guruji 19 jaar oud was, ontmoette hij in Calcutta een Avdhoot Yogi, Z.H. Yogeshvar Bhagvaan Chandra Mauli ji Maharaj. Hij voelde zich fel aangetrokken tot deze Avdhoot Yogi. Toen de Yogi hem aanraakte, herinnerde hij vele van zijn vorige levens die hij samen met zijn Guru geleefd had. Vanaf dat moment gaf hij zich over aan de lotusvoeten van Yogeshvar Bhagvaan Chandra Mauliji Maharaj, zijn spirituele meester (Guru), en werd zijn discipel. Guruji beschreef deze ervaring als volgt: ‘Vanaf die dag nam mijn levensweg een afslag die van een woestijn naar een oceaan leidt. Het enthousiasme dat mijn spirituele ervaring opgewekt had, maakte mij ongeduldig om vereniging met deze oceaan van gelukzaligheid te ervaren’. Guruji besloot zijn familie te verlaten en geïnspireerd door zijn Guru vertrok hij naar de heilige stad Varanasi. Daar ontmoette hij Baba Vishvanath die hem meenam naar Ayodhya. In deze heilige stad wijdde Guruji zich in alle oprechtheid toe aan het studeren van filosofische wetenschappen aan de hand van eeuwenoude educatiesystemen. Ook kreeg hij een formele inwijding in de Shree Vaishnav Orde door Z.H. Vaishnavacharya Shri Swami Ram Swarup Das Ji Maharaj. Vervolgens startte hij onder begeleiding van zijn Guru met diverse praktische spirituele studies (yoga). Opeenvolgend praktiseerde hij mantra yoga, laya yoga en hatha yoga in Ayodhya, Chitrakoot, Udaipur (Rajasthan), Chintipoorni (Himachal Pradesh), en op de top van de Himalaya. Hij wijdde zichzelf toe aan het doen van Sadhana en Samadhi en werd al doende een Mahatma.

Sanyas, zelfrealisatie en Vishvatma
Toen Guruji in Chintipoorni zijn spirituele studies praktiseerde, voelde hij de woorden Raam-Raam continue door elk deel van zijn lichaam weergalmen. Zo intens, zwaar en krachtig waren zijn spirituele oefeningen. Ook had hij een fotografisch geheugen verkregen en was hij in staat om grote aantallen geschriften uit het hoofd te leren. Door zijn spirituele inspanningen was hij zich zelfs niet meer bewust van zijn lichaam, waardoor hij net zo dun werd als zijn skelet. Maar Guruji bleef doorgaan met het praktiseren van Brahma Yoga. Op 27 december 1962 in Udaipur, een dag die Guruji altijd beschouwde als een uniek moment, bereikte hij Samadhi, oftewel het toppunt van Kundalini Yoga en Brahma Yoga.

Na een paar dagen in Samadhi te verblijven, zette Guruji zijn spirituele reis voort. Tijdens zijn tocht in de Himalaya’s kwam hij vele goden in hun gepersonifieerde vorm tegen en verwierf hij vele siddhi’s (goddelijke krachten). Ook was het in de Himalaya’s dat hij het universum in zich-zelf en zichzelf in het universum ervoer. Op het moment van eenwording met de universum klonk er een goddelijke geluid. Guruji zag dat er een Rishi in goddelijke belichaming voor hem stond en zei: ‘Baware, vanaf heden ben je Vishvatma (hij die één is met het universum). ‘Vishvatma sta op, ga de mensheid dienen, zelf heb je nu alles gekregen‘.

Gedurende zijn spirituele reis groeide de liefde van Guruji voor Bhagvaan en voor zijn Guru, Z.H. Yogeshvar Bhagvaan Chandra Mauli Ji Maharaj, steeds dieper en dieper. Hij wenste voor altijd één te zijn met het goddelijke. Toen hij op het punt stond om zijn lichaam te verlaten en zich te verenigen met het allerhoogste wees zijn Guru hem echter op het volgende dat Shri Krishna Bhagwaan in de Shrimad Bhagvad Gita zegt:

‘Degene die uit liefde voor mij deze allerhoogste vorm van kennis zal verspreiden onder mijn bhakts (devoten),
zal zonder twijfel uiteindelijk mij bereiken. Er is geen andere handeling die mij nog blijer zal maken. 
Niemand anders op de wereld zal mij geliefder zijn dan diegene’.

Guruji realiseerde zich hierdoor dat niet het verkeren in hoge extase, maar het verspreiden van kennis hem het meest geliefd zou maken bij Bhagwaan. Hij keerde terug naar zijn lichaam en wijdde zich toe aan het verspreiden van deze allerhoogste vorm van kennis.  

Guruji’s missie
Uit zijn immense liefde voor Bhagwaan, maakte Guruji het zijn missie om de kennis van de Bhagwad Gieta te verspreiden voor het welzijn van de mens. Hij wijdde zijn energie toe aan het creëren van bewustzijn over de onmetelijke potenties en kracht die een ieder in zich heeft. Hij wees mensen de weg die hen van pijn en leed verloste en leidde naar innerlijke rust en gelukzaligheid.

Onder het motto ‘Bodh, Prem, Seva’ trok de jonge Sanyasi heel India door om zijn missie te volbrengen. Zijn preken inspireerde en verlichtte vele mensen en al snel groeide het aantal van zijn volgelingen. Voor velen was het alsof het lange wachten op een spirituele gids eindelijk zijn vruchten afwierp, een hevig dorstlessend gevoel. 

Guruji beperkte zich niet alleen tot India. Hij reisde ook  naar landen als, Amerika, Canada, Suriname, Engeland en Nederland. Net als in India richtte hij ook hier educatiecentra (aashram’s) op en zorgde bij talrijke zoekenden voor spirituele verlichting. Hij heeft meer dan 70 boeken geschreven over diverse spirituele en filosofische onderwerpen, zoals yoga, ethiek en zijn eigen spirituele ervaringen. Ook heeft hij toelichtingen op geschriften als de Bhagwad Gieta, Upnishad’s, Ramayan en Veda’s geschreven.

Guruji predikte het volgende: ‘Kennis is bedoeld voor een ieder, ongeacht iemands kaste, huidskleur, sekse, geloof of cultuur. Iedereen heeft goddelijke capaciteiten in zich en ook iedereen kan bereiken wat hij of zij wil. Het is maar hoeveel men zich ervoor wilt inspannen’. Guruji maakte dan ook geen onderscheid tussen mensen bij het prediken van zijn leringen.

Persoonlijkheid 
Naast een filosoof en dichter, was Guruji een grote historicus en beheerste hij kennis over politiek, sociale wetenschappen, ethiek, psychologie, wereldreligies en verschillende educatiesystemen. Zijn wijsheid kwam tot uiting in zijn preken, maar vooral in zijn levenswijze. Zijn openheid tegenover een ieder was bewonderenswaardig. Jong en oud, iedereen kon hem op elk moment van de dag benaderen om advies te vragen of om gewoon een informeel gesprek te houden. Ook in zijn omgang met anderen was hij warm en liefdevol. Hij was een vader voor degenen die die hem als vaderfiguur zagen, een vriend voor degenen die hem als vriend beschouwden en een zoon voor degenen die zichzelf als zijn ouder zagen. Zijn aanwezigheid op zichzelf was voor velen al erg bijzonder. Bij het binnenkomen van een ruimte vulde hij deze met zijn levendigheid die aanstekelijk was voor iedereen die zich in dezelfde ruimte bevond. Ook zijn aura was zo krachtig dat anderen vanzelf meer levenskracht kregen in zijn bijzijn. Naast zijn kracht en levendigheid, was hij de meest simpele persoon die men zich kan voorstellen. Simpel gekleed, simpele in omgang en simpel van aard. Guruji was een personificatie van kennis, onthechtheid, eenvoud, kracht, vitaliteit, rust en liefde. Hij bezat een opmerkelijke combinatie van zeldzame kwaliteiten en was een persoon die niet gemakkelijk te vinden is in een wereld zoals we die nu kennen. Mahasamadhi
Op 8 februari 2002 verliet Guruji zijn lichaam. Een gebeurtenis dat voor velen een schok was. Niemand had zich kunnen voorstellen dat deze dag zo snel zou aanbreken. Betreurenswaardig is Guruji fysiek niet meer aanwezig, maar hij zal eeuwig in subtiele vorm voortbestaan. Grootheden als Guruji zijn immers onvergankelijk. Zijn ideologie, missie en inspiratie zullen voortleven en ons continu spiritueel verlichten.